Mijn rol als ontwerper van onderwijs
Dit atelier past perfect in mijn werkomgeving. Het is super fijn dat ik vanaf dat ik werkzaam ben bij het MSTC, de vrijheid krijg om mijn eigen input te geven tijdens mijn simulatie sessies. Ik vind het belangrijk dat studenten zich op hun gemak voelen, ondanks dat ik ze maar kort zie. Een goede band tussen de “docent” en de “student” staat bij mij voorop om een geslaagde simulatie te draaien.
Tijdens simulatie sessies zie je dat studenten vanaf de eerste minuut aan moeten staan. Studenten zijn tijdens het eerste simulatie uur geïnteresseerd en staan open voor nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen. Na de eerste (de)briefing zie je studenten langzaam hun motivatie en concentratie verliezen. Ik ga tijdens dit atelier mij storten op dit gedeelte van de dag, en ga dus het 3e les uur (1e simulatie sessie) herontwerpen.
3.1 Leeruitkomst
3.2 Leervragen
Tijdens mijn eigen leerproces binnen de BDB ben ik ervan bewust geworden dat ik bekwaam ben maar erg onbewust in mijn rol als docent. Tijdens mijn simulatie sessies probeer ik altijd met de studenten mee te denken en ze zo goed mogelijk op hun gemak te laten voelen. Maar hoe bewust is een student in zijn eigen kunnen, en waarom maakt een student een bepaalde keuze tijdens de simulatie sessie? Dit zijn vragen die ik vaak indirect aan studenten vraag. Ik heb mezelf voor dit atelier de volgende leervragen gesteld:
Hoe ontwerp ik onderwijs zodat studenten hun theorie gebruiken voor het oplossen van een praktijk situatie?
Hoe ontwerp ik onderwijs zodat studenten met elkaar in overleg gaan over hun eigen handelen in de simulatie ruimte?
Hoe ontwerp ik onderwijs zodat studenten overstappen van het onthouden van een trucje tot het willen begrijpen van het systeem?
3.3 Herontwerpen
Omdat ik afhankelijk ben van de beschikbare simulatie modellen en virtuele simulatie modellen heb ik ervoor gekozen een bestaande “les” / simulatie sessie te herontwerpen.
3.4 Ontwerpkeuzes
Tijdens mijn vooronderzoek naar ontwerpen van onderwijs ben ik me gaan verdiepen in werkvormen voor simulatie onderwijs en didactisch coachen.
3.4.1 Werkvormen voor simulatie onderwijs
Welke werkvormen bestaan er voor het simulatie onderwijs, en welke van deze werkvormen zijn bruikbaar voor mijn lessen?
Tijdens mijn onderzoeken kom ik als aller eerste de werkvorm “Simulatie zonder aanloop’ tegen. In de werkvorm staat duidelijk beschreven dat de studenten geïnstrueerd worden voor aanvang van de simulatie sessie. Studenten worden in een bepaalde situatie gezet en moeten de gewenste vaardigden inzetten en laten zien. Zodra een student de verkeerde “keuze” maakt, wordt de simulatie stilgelegd in deze werkvorm en wordt de student gecoached.
Grootse reden dat ik de simulatie niet tussentijds stopzet is, dat studenten ook de kans moeten krijgen om zichzelf te verbeteren. En zelf hun “fouten” te achterhalen. Daarom coach ik zelf pas nadat de simulatie sessie afgelopen is. Daarom past deze werkvorm niet 100% bij wat ik zoek. Tijdens mijn onderzoek komt ik ook de werkvorm “in fasen” tegen. Studenten beoefenen een fase van een activiteit. Als deze fase beëindigd is, wordt de simulatie stopgezet en nabesproken.
Ik kom tot de conclusie dat ik werk met deze 2 werkvormen tegelijkertijd. Studenten moeten direct aan de slag, en wordt direct in de simulatie sessie gezet. Ze krijgen zelf de mogelijkheid om hun sessie in “fases” in te delen. En na een sessie, stop ik de simulatie en ga ik met ze briefen.
BRON https://www.werkvormen.info/werkvorm/simulatie-zonder-aanloop/ .
3.4.2 Didactisch coachen
“Didactisch Coachen is een planmatige en doelgerichte wijze van coachen en feedback geven door de leraar, waarin hij /zij het denken van de leerder stimuleert, op een manier die motivatieverhogend en leerbevorderend werkt. De methode Didactisch Coachen is gebaseerd op de laatste theoretische inzichten over leren en feedback geven, en is in de praktijk ontwikkeld en uitgewerkt” Bron (https://www.didactischcoachen.nl/didactisch-coachen2)
Zelf vindt ik het zo belangrijk dat studenten zelf gaan denken en samen werken. Dit geeft de studenten de kans om zichzelf te ontwikkelen en hun opgedane kennis in de praktijk te laten zien. Bij didactisch coachen wordt onderscheid gemaakt tussen diverse soorten vragen. Er zijn 3 categorieën; gesloten vragen, redeneringsvragen en zelfregulatievragen. Tijdens de(briefing) gebruik ikzelf redeneringsvragen gecombineerd met zelfregulatievragen.
Redeneringsvragen zijn veelal open vragen en geven ruimte voor discussie en mogelijkheid tot feedback. De doel van de feedback is om studenten aan het nadenken te zetten.
Zelfregulatievragen gaan over zelfreflectie en hoe studenten hun eigen leren reguleren. Deze vragen geven ook ruimte voor discussie en feedback. Dit soort vragen mogen tevens gebruikt worden nadat er feedback gegeven is op een redeneringsvraag.
Zelf probeer ik vaak opbouwende feedback te geven. Opbouwende feedback is effectief, en vergt interactie. Studenten krijgen de mogelijkheid om na te denken over de gekregen feedback, denken vaak zelf alleen aan de gemaakte fouten, en ik probeer door middel van opbouwende feedback het vertrouwen van de studenten in zichzelf te verhogen.
3.4.3 DBE
Het onderwijs concept van NHL Stenden is DBE (Design Bases Education). Het onderwijs concept kent vijf samenhangende facetten; Multidisciplinair samenwerken, Design Thinking, Internationaal & intercultureel, Duurzaam onderwijs en persoonlijk leiderschap.
Kijkend naar deze facetten, kan ik zeggen dat ik aan vele items voldoe binnen mijn simulatie onderwijs. Tijdens de simulatie sessies werk ik eigenlijk alleen maar met real-life voorbeelden. Door de simulatie sessies dichtbij de werkelijkheid te houden, hebben de studenten veel aanknopingspunten. Studenten delen tijdens de (de)briefings hun eigen ervaringen. Deze ervaringen neem ik mee in de simulatie sessies.
Ik heb een enorme vrijheid binnen het simulatie onderwijs, wat mij de kans geeft om elke groep studenten zo te begeleiden dat er altijd een overlapping is van interesse en real-life situaties. Studenten krijgen tijdens mijn simulatie sessies de kans nieuwe handelingen uit te proberen en om fouten te maken en zo hun eigen talenten verder te ontwikkelen.
3.5 Peerreview
Het peerreview van dit atelier “Mijn rol als ontwerper van onderwijs” heb ik uitgevoerd tijdens de ener laatste bijeenkomst. Met collega’s van andere opleidingen binnen NHL Stenden zat ik samen in de groep. De groepssamenstelling was als volgt; een docente vanuit Hotel Management School, een docent van het MIWB, een docente van Technische bedrijfskunde en een docent van Werktuigbouwkunde.
Op het moment van het peerreview heb ik mijn herontwerp nog niet getest, maar wel geschreven. Zie hieronder de presentatie welke ik gebruikt heb.
Ik had 3 specifieke vragen, waar ik tijdens dit peerreview graag input voor wilde:
- Wat vinden jullie van de geïmplementeerde werkvormen?
- Zit ik in de juiste denkrichting m.b.t atelier ontwerpen?
- Wat zou jij nog toevoegen?
Wat vinden jullie van de geïmplementeerde werkvormen?
Wauw wat heb jij veel vooruitgang geboekt zegt een van mijn collega’s voordat ik begin aan het stellen van mijn vooropgestelde vragen. En al die werkvormen waar je het over hebt. Want fantastisch dat je deze test en wilt uitvoeren. Een andere collega zegt juist dat hij het heel indrukwekkend vind dat het toch toe passen is in het simulatie onderwijs. Verder krijg ik als tips om vooral dicht bij mijzelf te blijven. Niet elke werkvorm is van toepassing in elk onderwijs type. Zodra je een aantal werkvormen geprobeerd hebt, zie je welke jijzelf fijn vindt zegt een andere collega weer.
Zit ik in de juiste denkrichting m.b.t atelier ontwerpen?
Ja, en nog eens ja krijg ik te horen. Wat een verandering zo. Terwijl ik voor mijn doen maar kleine veranderingen heb aangebracht, maar wel didactisch onderbouwd heb. Een collega geeft aan het moeilijk te vinden om te doseren, waar moeten we nu genoeg mee nemen? Dit vindt ikzelf ook erg lastig. Want uit eigen perspectief wil ik het altijd zo goed mogelijk doen. Maar is zo goed mogelijk nu; het toevoegen van vele werkvormen, of kijken waar het nodig is om een werkvorm toe te voegen aan mijn onderwijs.
Wat zou jij nog toevoegen?
Ga eerst eens testen, en maak je niet zo druk. Jij hebt al zoveel meer als dat ik gedaan heb. Lynn dit is echt overzichtelijk, ik zou willen dat ik zo werk. Wellicht kan je nog iets meer verdiepen in je onderbouwing, maar je praat het allemaal aan elkaar. Dit waren de antwoorden welke ik kreeg op mijn laatste vraag. Deze antwoorden neem ik mee, en de eerste stap welke volgde na deze peerreview wat het testen van mijn herontwerp.
3.6 TESTEN (HER)ONTWERP
Ik heb ervoor gekozen mijn herontwerp zelf te testen. Hieronder de bevindingen van mijn test, de studenten feedback, de verbeterpunten en mijn zelf reflectie. De eerste test ging voor mijn gevoel niet helemaal zoals ik gehoopt/gepland had. Dus daarom heb ik ervoor gekozen nog een tweede test te doen en deze ook mee te nemen in mijn portfolio.
ZELFREFLECTIE NA TEST 1
Ik voelde mij tijdens het begin van deze briefing erg ongemakkelijk. Ik denk dat dit kwam omdat ik tijdens het atelier zelf, veel commentaar gekregen had. Wellicht is dat de reden geweest dat ik mij niet hard heb gemaakt om de stille wand discussie voort te zetten. Ik heb mijzelf voorgenomen een tweede test te doen met een groep studenten en dan wel deze werkvorm toe te passen.
Omdat de studenten zo enthousiast waren over de geplastificeerde kaartjes, ga ik deze erin houden. Ik zag gewoon dat studenten het opeens wel doorhadden. Het klikken van scherm naar scherm, weerhoudt de studenten er dus wel degelijk van om een duidelijk overzicht.
Voor de tweede test run, ga ik ervoor zorgen dat ik van alle systemen geplastificeerde kaartjes heb. Zodat ik studenten geen halve opdracht maken.
Ik heb deze briefing ook opgenomen. Bij het terugkijken van deze video, valt mij op dat ik wel helemaal in mijn element ben en niet nerveus ben. Wat ik van te voren eigenlijk wel verwachte.
Omdat ik het graag altijd voor de 200% goed wil doen, ga ik nu test 2 ook nog meenemen in mijn atelier.
ZELFREFLECTIE NA TEST 2
Doordat dit de tweede keer is dat ik deze methode ga toepassen voel ik mij zelfverzekerd en klaar om mijn herontwerp volledig te gaan uitvoeren. Voordat ik begin aan de stille wand discussie geef ik een korte uitleg, wat het precies inhoud, en dan begin ik direct. Studenten uit deze groep zijn zeer gemotiveerd, en willen meedoen en geven allemaal input bij deze werkvorm.
De mindmap maken van de geplastificeerde kaartjes wordt echt super goed ervaren. Studenten vinden dit een hele fijne en vooral overzichtelijke werkvorm. Deze ga ik er zeker inhouden en blijf ik toepassen.
Ik zie terug dat studenten door een actievere briefing, meer zelfkennis, tijdens de simulatie sessie sneller vooruitgang boeken. Ze zijn veel gemotiveerder en actiever bezig. Ik ben blij dat ik voor deze werkvorm gekomen heb en ga ik de toekomst meerdere werkvormen testen om te kijken welke werkvormen de studenten aanzetten.